Opinie
Privacy in de basis
In mijn opiniestuk over de verwarring tussen privacy en beveiliging tijdens een PIA, noemde ik concrete vrijheid en mentale vrijheid als basis voor privacy. Deze keuze heeft wellicht wat toelichting nodig, want ik wijk daarmee af van wat veel privacyspecialisten als onderverdeling hanteren, namelijk: lichamelijke privacy, territoriale privacy, informatieprivacy en communicatieprivacy. Op zich vind ik dit een interessante onderverdeling, maar naar mijn idee raakt dit niet de kern van wat privacy feitelijk is.
Neem territoriale privacy. Als een bekende je tuin inloopt als je met diegene hebt afgesproken, dan voel je je niet in je privacy aangetast. Als een wildvreemde spontaan je tuin inloopt, dan waarschijnlijk wel. Of lichamelijke privacy. Als je partner je aanraakt, ervaar je dat als prettig. Als een onbekend persoon je op straat aanraakt, ben je waarschijnlijk alert op wat komen gaat. Er is dus nog iets extra wat bepaalt of het betreden van je territorium of een betasting van je lichaam ook een inbreuk op je privacy is. Wat precies maakt dat een inbreuk op mijn territorium, mijn lichaam, mijn informatie of communicatie in sommige gevallen een inbreuk is op mijn privacy en in andere gevallen niet? En belangrijker, waarom is dat dan? Wat doet zo'n inbreuk met mij?
Naar mijn idee is de overeenkomst in de inbreuken op een van die vlakken die als onprettig wordt ervaren, dat het een inbreuk op iemands vrijheid is. Vrijheid in gaan en staan waar je wil, dingen doen die je wil doen of dingen zeggen die je wil zeggen. Slachtoffers van een woningoverval of mensen die begluurd of gestalkt worden, voelen zich mogelijk niet meer veilig in hun eigen huis. Hun vrijheid om op een normale en voor hun prettige manier thuis te zijn is aangetast. Slachtoffers van een mishandeling of verkrachting durven mogelijk de plek van het incident niet meer te bezoeken of zelfs naar buiten te gaan. Ook zij zijn daardoor beperkt in hun gaan en staan. Een inbreuk op informatie over iemand of communicatie van iemand, kan ertoe leiden dat anderen zaken over diegene weten die zij niet behoren te weten of niet hoeven te weten. Is dat wel het geval, dan kan dat gevolgen hebben op hoe anderen die persoon behandelen. In het geval van uitsluiting, heeft dat dus gevolgen voor waar die persoon heen kan gaan of op de activiteiten die deze persoon wil doen. Een inbreuk op informatie of communicatie kan ook gevolgen hebben op hoe de persoon in kwestie denkt behandeld te zullen gaan worden. Ook dat kan gevolgen hebben voor waar een persoon kan (wil) gaan en staan of de activiteiten of uitlatingen die deze persoon kan (wil) doen.
Al deze beperkingen in vrijheid zijn te verdelen in concrete vrijheid en mentale vrijheid. Concete vrijheid, vanwege de fysieke plekken die iemand niet meer kan bezoeken, mensen die iemand niet meer kan ontmoeten of activiteiten die iemand niet meer kan uitvoeren, omdat diegene geweigerd wordt door anderen. Mentale vrijheid, omdat iemand zich geremd voelt in het bezoeken van plekken, het doen van activiteiten of het doen van uitlatingen, omdat die persoon zich daar onprettig bij voelt, onevenredig hard beoordeeld voelt, onrechtvaardig behandeld voelt, etc. Dat hoeft niet alleen op het moment zelf te zijn, maar kan ook een verwachting voor de toekomst zijn.
Nu kan ik me indenken dat je je niet helemaal kan vinden in de termen 'concrete vrijheid' en/of 'mentale vrijheid'. Ik heb ook lang nagedacht over deze termen en dit is het beste wat ik kon bedenken. Mocht je een beter voorstel hebben, dan hoor ik dat graag.
Ik kan me helemaal vinden in je analyse. Ik dacht over privacy altijd als de vrijheid om te kunnen kiezen wat je met iemand deelt. Jij neemt het aspect vrijheid nog een slag dieper mee; stof tot nadenken! Dank!
Groet, Johan